h

De politiek van Bob Dylan deel 2

30 november 2020

De politiek van Bob Dylan deel 2

Foto: SP

In zijn bewering van de autonomie van de jeugd, verwerpt ‘My Back Pages’ ‘The Times They Are A-Changin’ niet zozeer, maar verdiept en breidt het uit. Hij drong er bij de jongeren van de jaren zestig op aan categorieën uit het verleden te verwerpen en hun eigen termen te definiëren. Voor Dylan was de jeugd zelf, de toetssteen van authenticiteit geworden. Een enorm stimulerend idee voor de generatie die het voor het eerst infecteerde, maar ook, zoals later bleek, een doodlopende weg en minder een revolutionaire houding dan het destijds leek.

Dylans breuk met de politiek en de beweging die zijn eerste inspiratie was geweest, ontketende zijn poëtische en muzikale genialiteit; het bevrijdde hem om een ​​innerlijk landschap te verkennen. Zijn teksten werden onduidelijker; een samenhangend verhaal werd overboord gegooid ten gunste van het carnavalesk surrealisme; de soberheid van de akoestische folktroubadour maakte plaats voor de hedonistische extravagantie van een rock ’n roll ensemble. De liedjes beeldden een privé-universum uit.

Het is opmerkelijk dat zoveel linkse critici van Dylan de politiek niet zagen die zijn meesterwerken uit het midden van de jaren zestig bezielde. ‘Maggie's Farm’ combineert klasse en generatiewoede in een compromisloze afstand van loonarbeid. Hier wordt de macht van de werkgevers ondersteund door ideologie (“Ze praat met alle bedienden over mens en God en wet”) en de staat (“de Nationale Garde staat om haar deur”). De sociale orde wordt als opdringerig ervaren, bedrieglijk, schadelijk voor de behoefte van het individu aan zelfdefinitie. "Ik doe mijn best om te zijn zoals ik ben, maar iedereen wil dat jij net zo bent als zij."

Deze thema's werden ook onderzocht in ‘It’s Alright Ma, I’m Only Bleeding’, Dylans epische aanklacht tegen een samenleving die is gebouwd op hypocrisie en hebzucht (‘geld praat niet, het vloekt’). Hier is bewustzijn het slagveld; het is waar het individu worstelt om enige autonomie te krijgen uit de alles doordringende corruptie van een samenleving die wordt geregeerd door goederen.

Hoewel Dylan nooit expliciet met Vietnam omging, is de escalerende waanzin ervan voelbaar in twee van de belangrijkste composities die hij medio 1965 opnam, ‘Highway 61 Revisited’ en ‘Tombstone Blues’. In de laatste portretteert Dylan "de opperbevelhebber" (het was president Lyndon Johnson, maar zou net zo goed George Bush junior kunnen zijn).

In deze en andere liederen uit die periode deinst Dylan met afgrijzen (en humor) terug voor een openbare wereld die vergiftigd is door militaristisch patriottisme en kapitalisme. Dylan had de politiek niet overboord gegooid, maar herdefinieerde de reikwijdte ervan. In composities als ‘Visions of Johanna’ of ‘Desolation Row’ verdringen grote sociale thema's zich met intieme grieven. Toen een teleurgestelde gokker in de Albert Hall riep om "protestliederen", antwoordde een gefrustreerde Dylan: "Oh kom op, dit zijn allemaal protestliederen."

"Om buiten de wet te leven, moet je eerlijk zijn", schreef Dylan in 1966. Deze profetische waarschuwing - voor een generatie, een beweging, zichzelf - springt uit ‘Absolutely Sweet Marie’, een dwaas, opzwepend lied over seksuele frustratie. De volgende regel is minder bekend, maar luidt: "En ik weet dat je altijd zegt dat je het ermee eens bent."

Voor de anti-oorlogsbewegingen en wereldwijde rechtvaardigheidsbewegingen van vandaag, bieden Dylans liedjes uit de jaren zestig zowel een krachtig protest tegen blijvende vijanden als een heilzame kritiek op enkele van onze eigen ergste gewoonten.

Reactie toevoegen

(If you're a human, don't change the following field)
Your first name.
(If you're a human, don't change the following field)
Your first name.

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.

U bent hier